Dat heeft voordelen, want dit zijn ook de mensen die uit ervaring weten dat digitale informatie niet vanzelf toegankelijk en vindbaar is en blijft. Toch is het interessant om te onderzoeken hoe de digitale autochtonen ("digital natives" in het Engels) aankijken tegen digitale duurzame toegankelijkheid.
De Amerikaanse Library of Congress organiseerde een tijdje geleden een workshop met middelbare scholieren over "Digital Preservation", waarbij het er vooral om ging om te achterhalen wat de scholieren belangrijk genoeg vonden om te bewaren (Facebook), wie verantwoordelijk voor het bewaren zou moeten zijn (ieder voor zich) en welke problemen zij nog zagen (selectie).
Hier is het transcript (pdf) van bovenstaand filmpje.
Dit soort workshops zijn niet alleen interessant om te achterhalen hoe digitale autochtonen naar digitale informatie kijken, maar ook hen wat meer bewust te maken van de problemen. Een van de studenten in het filmpje zegt:
“She said ‘once it’s online it’s there forever,’ and I wrote that down because that’s the truth…so, as soon as it’s on the internet it’s saved…”
De herkomst van dit soort ideeën is niet lastig te traceren, want is waarschijnlijk afkomstig van opvoeders die waarschuwen voor de gevaren van het posten van allerlei informatie en foto's op websites als Facebook, Hyves en Twitter. (Zie ook Delete. The virtue of forgetting in a digital age.) Maar het maakt het wel lastiger om hen ook duidelijk te maken dat er nog wel wat problemen kleven aan duurzame digitale toegankelijkheid.
Wie organiseert eens zo'n workshop in Nederland? Misschien is dat wel een mooie stage-opdracht voor een van de studenten van de UvA, HvA of Reinwardt-academie.