Vrijdag 30 januari was ik samen met Chido bij de Workshop “Towards Trusted Digital Archives for Social Science and Humanities Data” in Den Haag. (Voor de liefhebbers, hier staat het ‘live verslag’)
De dag was georganiseerd door DANS en vooral bedoeld om vast te stellen wat de waarde van het Datakeurmerk (in het Engels de Data Seal of Approval, DSA) voor data-archieven en hoe het Datakeurmerk zich verhoudt tot andere ‘tools’ als DRAMBORA en TRAC. Een paar constateringen en bedenkingen naar aanleiding van deze dag:
- Het is al vaker gezegd, maar de wereld van de digitale depots is er vooral eentje van acroniemen. De oogst van deze keer: ESFRI, CESSDA, DARIAH, CLARIN, Euro-HORC, E-IPY-DIS, ICPSR.
- Het Datakeurmerk bestond tot 29 januari uit 17 richtlijnen, maar sindsdien is er (letterlijk van de een op de andere dag) eentje vervallen en zijn de zestien andere drastisch herschreven. Deze flexibiliteit en beknoptheid is ook iets waar de 'eigenaars' naar streven. Het Datakeurmerk moet ‘simpel’ zijn. Het gevolg kan zijn, maar daar is men zich van bewust, dat het Keurmerk nietszeggend wordt, omdat iedereen er aan voldoet.
- Het Datakeurmerk gaat uit van onderling vertrouwen en niet van externe certificering of toetsing. Alles is gericht op ‘self-assessment’, organisaties bekijken zelf in hoeverre ze voldoen aan de 16 richtlijnen en waarderen dit met één tot vier sterren. Het werd vrijdag echter niet duidelijk hoe je nu vaststelt of je voor een richtlijn één of vier sterren scoort. En het werd ook niet duidelijk wanneer je het Keurmerk verdient: moet je op alle richtlijnen minstens drie sterren scoren of mag je ook als je op een punt maar twee sterren hebt, het zegel op je website plakken? Om dit nu vast te stellen worden de DSAA opgesteld: Data Seal of Approval Assessement-tool. Hierin zal de DSA-board vaststellen wat de minimale criteria zijn.
- Dat het Datakeurmerk “vertrouwen” als uitgangspunt neemt, leverde interessante vragen op over hoe ver dat vertrouwen gaat. Het lijkt er nu op dat het gaat om vertrouwen tussen “data archives” onderling. De ene dienst kijkt of de andere dienst het goed doet. Maar, als ik jou vertrouw en jij vertrouwt hem, kan ik hem dan ook vertrouwen? Of anders gezegd: is een systeem dat zichzelf vertrouwt, ook door buitenstaanders te vertrouwen?
Chido vertaalde dit als: “I scratch your digital back, you scratch my digital back.” - Het Datakeurmerk stelt ook eisen aan de dataproducenten en –consumenten. Het is de vraag hoe zinvol / houdbaar dit is. Zo wordt er geëist dat de data die onderzoekers aanleveren betrouwbaar zijn. Moet een archief dan alle data die aangeboden worden inhoudelijk gaan controleren? Dan doen ze het werk van de onderzoekers over. En wat als later blijkt dat de data niet kloppen?
Ten aanzien van de consumenten / gebruikers staat er dat zij zich aan de wet moeten houden. En als iemand dit niet doet? Verliest het archief dan zijn keurmerk? - Het Nederlands archiefwezen was de grote afwezige. Naast Chido en ik was er niemand van een Nederlandse archiefdienst. Blijkbaar heerst daar het idee dat de problemen die data archieven hebben, heel veel afwijken van de problemen die archief archieven hebben.
Zie ook het verslag op de Weblog Digitaal Duurzam van Inge Angevaare: Lichtgewicht toetsing voor digitale data en archieven
BeantwoordenVerwijderenVoor een voorbeeld van een Self-assessment voor een DSA: http://www.cines.fr/pac/DSA/
BeantwoordenVerwijderenDe presentaties zijn ondertussen te vinden op http://www.datasealofapproval.org/node/6
BeantwoordenVerwijderen